De Nederlandsche Bank verwacht dat de huizenprijzen in zowel 2023 als 2024 met ruim 3% dalen. Mede daardoor zal de consumptie, de groeimotor voor het herstel na de coronacrisis, volgend jaar licht krimpen.
In juni verwachtte de bank nog dat de huizenprijzen de komende twee jaar 'gematigd' zouden doorstijgen: met 3,7% in 2023 en 2,5% in 2024. De belangrijkste reden voor deze omslag is de hogere dan verwachte stijging van de hypotheekrente, die ook direct de koopkracht aantast van woningbezitters met een variabele of aflopende vaste rente.
Transmissie
En dat is precies de bedoeling, zegt DNB-directeur Olaf Sleijpen in een toelichting op de nieuwe prognoses. 'De stijging van de beleidsrente van de Europese Centrale Bank en de doorwerking daarvan in de hypotheekrente zijn in Nederland heel belangrijke elementen in wat wij de monetaire transmissie noemen. In feite is dit wat je wilt. Je doet dit namelijk om de economie af te koelen.' De inflatie is hardnekkiger dan verwacht, zo benadrukt DNB. Deze zal de komende twee jaar rond de 5% blijven schommelen, ruim boven de doelstelling van 2% van de Europese Centrale Bank.
Ook voor de huizenmarkt is de renteverhoging heilzaam, aldus Sleijpen. 'De markt is overspannen, dus enige afkoeling is wenselijk. Dit is niet iets waar je je heel erg zorgen over hoeft te maken.' Economische modellen zijn tot dusver echter niet al te betrouwbaar als het gaat om de woningmarkt. 'Huizenprijzen voorspellen is moeilijk, zeker een omslag. We zien maand op maand al een daling, maar jaar op jaar nog een forse stijging. Dus ik denk dat we al in die omslag terechtgekomen zijn. We hebben wel eerder overigens een prijsdaling voorspeld, aan de start van pandemie. Maar daar is niet veel van terechtgekomen, integendeel. Het is een moeilijke variabele.'
Omslagpunt
In de nieuwste Economische ontwikkelingen en vooruitzichten schrijft DNB dat de raming van de huizenprijzen met meer onzekerheid is omgeven dan gewoonlijk, omdat de markt zich 'rond een omslagpunt' lijkt te bevinden. 'Zo kan een verandering van het algemene sentiment als een vliegwiel fungeren, waardoor de prijzen tijdelijk sterker kunnen dalen of stijgen dan uit de modeluitkomsten blijkt.' Sleijpen: 'Dat is een mogelijk ander scenario. Dan gaat het om sentiment. Dat zit niet in een model.'
Over het algemeen is de invloed van de huizenprijzen op de consumptie in Nederland relatief sterk, erkent Sleijpen, ook al is het effect door strengere leennormen wel iets verminderd. 'Er is geen enkele aanwijzing dat we scenario's gaan zien zoals na de financiële crisis.'
De consumptie gaat in 2024 weer groeien, zo verwacht DNB, ook al zal in uitgerekend dat jaar de koopkracht met 2,4% dalen omdat de Haagse compensatie voor de hoge energieprijzen dan wegvalt. Consumenten gaan wat minder sparen, zo is de verwachting, omdat ze weer meer vertrouwen krijgen. Sleijpen: 'In de loop van volgend jaar zie je de economie toch wel weer aantrekken, de bedrijvigheid neemt toe, iets van de onzekerheid loopt eruit. Dan neemt consumentenvertrouwen ook weer toe, al zal het niet enorm zijn.'
Recessie
DNB gaat uit van 0,8% economische groei in 2023 (vooral dankzij hogere overheidsbestedingen) en 1,6% in 2024 — een behoorlijk verschil met dit jaar (+4%). Ook in een somber scenario waarin de energieprijzen langer hoog blijven, verwacht DNB nog net groei in 2023.
En die langverwachte recessie dan?
Sleijpen: 'Kijk je naar de jaarcijfers, dan zien we geen krimp. Maar kwartaal op kwartaal zien we dat wel in het derde kwartaal, het vierde kwartaal en naar verwachting ook het eerste kwartaal van het nieuwe jaar. Maar bij een echte recessie denk je aan een vraag die onder de capaciteit blijft. Dat is niet zo, we vragen nog steeds meer dan de economie kan leveren. We stevenen dus niet af op een recessie zoals tijdens de kredietcrisis. Toen liep de werkloosheid hard op en was er onderbesteding. Een heel ander plaatje.'
De krappe arbeidsmarkt blijft een belangrijke stut onder de koopkracht en daarmee de economie. Voor komend jaar verwacht DNB een loongroei van 5%. Werkgeversvereniging AWVN maande eerder deze maand tot terughoudendheid, in de verwachting dat de winstgroei wordt aangetast door de energiecrisis.
Sleijpen vindt de verwachte loongroei verantwoord. 'Sterker nog, als je kijkt naar de arbeidsinkomensquote (dat deel van het nationaal inkomen dat naar de factor arbeid gaat, red.), dan zijn er zeker sectoren waar ruimte is voor meer. Dus in zin zijn we het niet helemaal eens met de AWVN.'
(FD, december 2022)
Σχόλια